maandag 26 augustus 2019

Voorspoed en tegenslag

Op de dag dat ik mijn kentekenplaten op kan halen verzeker ik de auto. All risk dus moet de taxateur weer komen. Die is in februari geweest toen de carrosserie nog niet op de auto zat en toen was hij erg enthousiast. Nu weer, want als hij op bezoek komt voor de tweede taxatie heeft ie een cameraman mee van de omroep SudWest Fryslan. Ik had er nog nooit van gehoord waarop de beide mannen nogal beteuterd keken. Maar tot mijn verdediging kon ik naar waarheid zeggen dat ik al twee en een half jaar onder mijn auto lig.
Volgens de taxateur is mijn Jeep veruit de mooiste en meest unieke van de ruim 30 die hij in zijn bestand heeft en ze willen er graag een item aan besteden in hun programma "Autogek TV" Ik vind het prima want ouwehoeren over mijn Jeep is ook mijn hobby.
De taxateur taxeert de auto daarna voor een bedrag dat echt aan de bovenkant van de markt zit. Dat komt door de originaliteit en de zorgvuldigheid waarmee ie is gerestaureerd. En natuurlijk vooral het feit dat het een Slattie is.
En al zeg ik het zelf, hij is, terwijl ie nog niet af is, gewoon mooi! Ik krijg ook nogal wat bekijks en thumbs up als ik de avonden daarna ga proefrijden.








Al vanaf het moment dat ik de Jeep gekocht had heb ik een paar dingen in mijn hoofd gehad die MOETEN.  Op de bumper komen tzt de initialen van mijn overleden zwager die mij het sleutelen heeft bijgebracht, ik heb al een bijnaam in mijn hoofd en vanaf het begin wil ik een Jerrycan op de rechter treeplank. Maar daarvoor moet ik in de gave body boren dus besteed ik avonden en avonden aan het bestuderen van originele foto's. Ook lees ik een topic op G503 wat over dit onderwerp gaat.
Het komt er eigenlijk op neer dat de Jerrycans op de zijkant er op allerlei manieren op zaten, Verreweg de meeste als een frontmodificatie. G503 waarschuwt wel dat het in- en uitstappen een stuk lastiger wordt en dat het raam in de weg kan zitten. Met dat in het achterhoofd kies ik voor schuin naar voren en tussen elk van de 4 bevestigingsbouten een afstand-ring. Hij zit nu muurvast en stoot niet tegen het raam.



Ik ben nu iedere avond aan het proefrijden want ik wil in het tweede weekend van de herdenking van Arnhem, OMG 2019, op eigen kracht 276 kilometer rijden naar het basecamp in Schijndel waar ik een uitnodiging heb om bij Chris en zijn vrienden in de tent te slapen.
Ik moet dus kilometers maken om de kinderziektes er uit te halen.
Na 2 ritten merk ik dat onder de motorkap iets een beetje olie lekt want rondom de bobine is het vies en vet. Ik denk eerst dat de olievuldop een beetje lekt en tape de kleine opening af. De dag erna ontdek ik dat het de bobine zelf is die lekt.


John had me al gewaarschuwd. Als de oude NOS Marechal bobines niet goed zijn opgeslagen worden ze onbetrouwbaar en gaan ze lekken. Ze kunnen zelfs exploderen. Ik los het probleem op  door een andere NOS te monteren en een Bosch bij Staman te bestellen.
Maar goed, al met al gaat het rijden prima. Na een paar avonden staat de teller op 100 mijl en maak ik plannen om op mijn vrije dag in de stralende zon de route van de fiets elfstedentocht te rijden. 240 kilometer over het platteland. Ik heb er zin in. De avond ervoor pak ik voor de zekerheid een gereedschapskistje in en wat vloeistoffen want je weet nooit. Ook besteed ik aandacht aan de mode. Je moet er toch een beetje militair uitzien nietwaar?
De volgende ochtend om half 10 staat mijn lief op de drempel om me uit te zwaaien. Ik druk het startpedaal in en......niets. Dood!

De rest van de dag sta ik, met telefonische adviezen van Johnny, in de brandende zon te sleutelen. Ik kan wel janken. In eerste instantie lijkt het de startmotor want bij oppervlakkig meten lijkt die dood.
Maar als ik hem er uit heb doet ie het prima.

Ook met het startpedaal is niets mis. Ik monteer de hele rambam weer en ben het spuugzat. Het zou nu de dynamo of de regelaar kunnen zijn temeer daar ik mij herinnerde dat ie van de week ook al een keer slecht startte.
Na een nacht aan de lader meet ik 6.6V en start de motor uitstekend. Daarmee is een kapotte startmotor uitgesloten. Ik merk wel dat de accu niet bij laadt. Ook branden de lampen niet feller als ik gas geef. En als ik de dynamo rechtstreeks meet geeft ie 0 volt.
Voor de zekerheid controleer ik ook de splinternieuwe electronische regelaar. Maar ook die is goed. De zekering is goed en ach, daar kan eigenlijk niks mis mee zijn.
Dit in tegenstelling tot de Auto Lite dynamo die ik na aankoop zonder testen of revisie geïnstalleerd heb. De volgende dag haal ik m er uit en maak een afspraak met Jappie de Boer in Leeuwarden die ook mijn startmotor heeft gereviseerd.
In de tussen tijd doe ik wat hele kleine klusjes. Het is namelijk veel te warm om veel te doen.
Ik monteer de luikjes van de bergplaatsen in de wielbakken en monteer de allerlaatste bond straps.


Bij een Slat moet dat andersom

Ik vind in de oude-onderdelen-bak een mij bekend voorkomende strip. Die heb ik 2 jaar geleden gedemonteerd en in de verf gezet. Hij dient om het paardenhaar van de air-deflectors vast te houden. Nu kan ie er weer op.


Ik hoop aan het einde van de week weer te kunnen rijden want de auto moet goed zijn als ik naar Arnhem ga. Mijn lief is inmiddels ook erg enthousiast en kan niet wachten om mee te rijden dus op een avond boekt ze een camperplek op een campinkje in Schijndel. Dat betekent dat ze nu eindelijk ook eens moet rijden in de camper dus op zondag geef ik haar les en stuur ik haar gelijk de met watersporters en open bruggen gevulde binnenstad van Harlingen in. Ze geeft geen krimp. Dat komt goed. Zin in OMG!




zondag 18 augustus 2019

The day after

De dag na de keuring merk ik de gevolgen van de stortbuien op de keuringsdag. Mijn richtingaanwijzer tikt onophoudelijk terwijl ie niet ingeschakeld is. Ik haal dus de stoel er weer uit om voor de zoveelste keer onder het dashboard te duiken. Ik vermoed dat de clignoteur-regelaar nat is en bestel on line 2 nieuwe. Maar als ik die monteer is het euvel niet verholpen. Ik demonteer dus de schakelaar die vlak onder het dashboard zit en als ik die op de kop houd loopt er een straaltje water uit.
Bij een scheepsartikelen winkel in Harlingen haal ik een nieuwe die spatwaterdicht is en met hulp van een krimpkous maak ik m 100% waterdicht.
Als ik de jeep de garage uit duw om in het daglicht te werken merk ik ook dat ik links voor een lekke band heb. In de garage waar ie gerepareerd wordt blijkt er een gaatje in te zitten. Kan gebeuren.

Terwijl ik wacht op mijn kentekenbewijs doe ik een paar kleine klusjes waaronder de reparatie van de originele brandblushouder. Die moet er namelijk op omdat ik daarna aan dezelfde rechter zijkant waar ik hem ook heb gedemonteerd, een Jerrycanhouder wil monteren.




De Jerrycanhouder is volgens mij ook origineel en zat met nog een andere op de achterzijde van de Jeep toen ik hem kocht.

Op de kar in San Jose 2016

Het is mijn allerlaatste vieze klus en ik doe het met liefde. Onder het zwart zit de originele verf maar omdat ik weet hoe roestgevoelig het ding is zet ik hem goed in de Rust O Leum.


De Duitse Jerrycan past perfect. Die heb ik jaren geleden gekocht en is in zeer goede staat. De man waar ik hem van kocht had hem gelukkig nooit overgeschilderd en hem (heel goed) alleen maar in de blanke lak gezet om roest te voorkomen. Ik vind het een mooi detail op mijn Slattie en het mag: de eerste series door de geallieerden gekopieerde Jerrycans waren zo slecht dat de soldaten buitgemaakte Duitse exemplaren gebruikten.


Ik merk alleen dat de Jerrycan tegen mijn raambeugel stoot. Op G503 lossen sommigen dat op met een modificatie van het Griekse leger, een soort van afstandbeugel. Ik weet niet of ik die wil gebruiken. Daar wil ik eerst maar eens met Staman over praten.

Toch moet de Jerrycan er wel op want ik krijg eindelijk informatie van OMG 2019. Omdat ik zelfstandig naar het basecamp in Schijndel wil rijden (275km binnendoor) moet de auto betrouwbaar zijn en geschikt voor lange ritten en dan wil ik reservebenzine bij me hebben.

Als mijn kentekenbewijs in de bus ligt bestel ik gelijk kentekenplaten en ga aan de slag met het euvel dat me het meeste ergert: de scheve stand van de Jeep.

Ik heb nog een paar oude bladveren liggen en daarvan gebruik ik de 2 langste bladen om mijn eigen bladveer te versterken. Een oude camper expert heeft me geadviseerd om de langste bladen te gebruiken maar ze zijn helaas niet lang genoeg om de langste 2 van mijn bladveer beter te ondersteunen. Toch monteer ik ze wel en maak zelf 2 stroppen. Niet 4 want mijn reserve stropjes hebben niet de juiste maat.



Ik maak een soort blad model 1945 met 11 bladen waardoor het blad in totaal 11mm dikker wordt. Dat scheelt al iets. Dit houtje touwtje blad monteer ik daarna onder de linker zijkant. Het resultaat is bevredigend maar nog lang niet voldoende. De Jeep staat inderdaad 11mm hoger en zakt iets minder door maar nog steeds te veel. Ik weet nu echter wel dat een "echte" bladveer met 11 bladen echt wel zal helpen.

Als ik het blad gemonteerd heb is de zon doorgebroken en besluit ik, ondanks dat ik nog geen platen heb, lekker een stuk te gaan test-rijden. De auto heeft zijn kentekenpapieren en is verzekerd dus veel overtredingen maak ik niet.
Ik merk geen gekke dingen aan de achterzijde en zeker geen verschil tussen 9 bladen rechts en 11 bladen links.
Verder rijdt de auto voorbeeldig. Als ik het stuur loslaat blijft ie keurig in het spoor en alle metertjes geven precies aan wat ze moeten aangeven: de oliedruk is prima, de temperatuur goed en de ampèremeter staat ietsje boven 0.
Ik rijd 45km achter elkaar zonder een centje pijn. Ik merk wel dat mijn motorcompartiment een beetje vies wordt. Hier en daar zitten druppels olie tegen de binnenkant van de motorkap. Volgens mij komt dat door de (eerste model) olie vuldop die niet helemaal goed sluit. Dat verhelp ik voorlopig met een stukje ductape.


Ik kan het niet laten en ga s'avonds weer rijden. Arnhem: here we come!






woensdag 7 augustus 2019

De grote dag: keuring bij de RDW

Ik kan de Willys in de camper redelijk van me af zetten maar tegen het einde van de vakantie begint het toch weer te kriebelen en begin ik te piekeren over alle tips en waarschuwingen die ik van iedereen heb gekregen. Thuis ruim ik als een haas de camper op omdat ik nog maar een paar dagen heb om de Jeep helemaal keuringsklaar te maken.
Ik volg het advies van Chris en monteer met een zuignap een binnenspiegel en op advies van Joop Staman kies ik de goedkoopste oplossing voor de kentekenplaatverlichting: een LED fiets-koplampje op batterijen van 4 euro bij de HEMA. Om het er toch iets te laten lijken spuit ik hem groen. Ik bevestig hem houtje touwtje aan een bestaand gat in  de bumper.


Op zondag is het prachtig weer en, heel bijzonder hier aan de kust, vrijwel windstil. Ik ben drie uren bezig om de hele Jeep af te plakken en spuit daarna in 20 minuten de hele Jeep groen mat01. (Ik had trouwens niet verwacht dat 1 keer spuiten met zwaar verdunde verf gelijk een hele liter verf zou nemen.) 
Hoewel het tzt nog minimaal 1 keer over moet is het resultaat best mooi.







Dinsdag haal ik na mijn werk de auto transporter op. Ik durf namelijk niet morgenochtend om 06.00u zelf de 56 kilometer naar Heerenveen te rijden. Als de auto er onderweg om wat voor reden dan ook mee stopt gaat mijn hele keuring niet door en kost me dat 200+ euro. Daarnaast heb ik al met al in de afgelopen maanden nog maar 30 mijl gereden dus echt getest is ie nog niet.

S'avonds maak ik de bevestiging van de bekleding zo goed mogelijk af. De telefonische helpdesk van de RDW heeft me namelijk verteld dat de auto moet zijn voorzien van bekleding. Dat het met Ductape vast zit maakt hen niet uit. Het zitkussen van de bestuurdersstoel is even een klusje omdat de hele stoel er weer uit moet om de 5 boutjes aan de achterzijde te bevestigen. De andere kussens gaan daarentegen heel makkelijk.

zitkussen achterbank
Volgens de instructies van John and Mary
Het enige kussen dat ik met ductape vastzet is het rugkussen van de bijrijdersstoel omdat daar geen gaatjes in zitten. Die klus wil ik niet afraffelen.



Hoewel het weer nu nog mooi is, is de verwachting slecht en monteer ik voor de allereerste keer de canvas kap. Die is zo stug als leer en alleen met hulp van mijn jongste zoon krijgen we hem met veel moeite vast. De straps aan de achterkant passen niet. Dat zal wel goed komen als de hele boel na een paar regenbuien is opgerekt.



 En die regenbuien krijg ik! Als we de auto bij de RDW van de transporter halen stortregent het. Blij dat de kap nog enige bescherming geeft.

Dan de keuring!

Die duurt een stuk langer dan "even een rondje om de Jeep lopen en na 20 minuten weer weg"

Allereerst de papierwinkel. Had ik al verteld hoe blij ik ben met de schouw 2,5 jaar geleden? Dat helpt me nu in het proces. (na mij is een prachtige Harley Davidson Liberator aan de beurt voor de keuring. De eigenaar kijkt bij aanvang al heel verdrietig want zijn motor heeft geen VIN en hij krijgt gelijk commentaar) 

Omdat ook het framenummer moet worden ingeslagen tik ik 225 euro af hetgeen me nog mee valt.
De keurmeester is een hele aardige man die duidelijk plezier heeft in dit soort auto's. Eerst moeten alle gegevens worden opgezocht, nagemeten en ingevuld: wielbasis, spoorbreedte, aantal PK's en cilinderinhoud. Dat zoekt hij met Google op.
Ondertussen loopt hij steeds om de auto heen en vraagt me op een gegeven moment: "wat dat voor ding is". Ik antwoord dat dat de kentekenplaatverlichting is waarna hij erg moeilijk kijkt en bromt dat het veel handiger zou zijn als ik er 1 had met een draadje.

Vervolgens stapt hij met lamp en meetlint onder de auto om ook daar de assen op te meten en ondertussen hier en daar te voelen. Hij zegt niks. Geen nieuws, goed nieuws.

Omdat het rustig is bij de RDW krijgt hij gezelschap van keurmeester nummer 2 die met zijn neus onder de motorkap duikt. Gelukkig zegt ie daarna: "Zelf gedaan? Prachtig!"

Terwijl ik sta te babbelen met keurmeester 2 slaat nummer 1 mijn framenummer in de rechter balk. 111358, precies zoals het hoort.
De datum van 1e toelating wordt bepaald op 28 februari 1942. De RDW kent voor deze procedure 2 vaste datums (modeljaar): 28 februari en 30 september. Ik heb vrede met februari 1942 omdat in die maand de Slat nog steeds in productie was.

Daarna wordt het spannend. De auto moet op de remmentestbank en dat is ie nog niet eerder geweest. Ik heb de remmen op gevoel afgesteld. De voorste remmen hebben exact dezelfde remkracht. De achterste echter niet en mijn keurmeester kijkt moeilijk. Zijn collega; zegt echter dat dit misschien komt omdat alles nieuw is en misschien door wat vocht. Ik moet de remmen een hele tijd zachtjes ingedrukt houden en inderdaad, op een gegeven moment is de remkracht gelijk. Als ik daarna de rem vol intrap schieten de waarden beide kanten evenveel richting 2. Dan is de parkeerrem aan de beurt. Die heb ik na montage en 1x testen helemaal niet gebruikt maar ook die rem werkt feilloos.

Een paar meter verder moet ik voor de lampentest. De koplampen staan allebei veel te hoog. De keurmeester geeft me een Bahco en met behulp van het apparaat stellen we samen de lampen af. Maar daarna wordt het tricky: "Waar is je stadslicht?  Ik antwoord dat ik echt niet wist dat zo'n oude Jeep stadslichten moet hebben. Hij begint nu moeilijk te kijken en denkt nog eens diep na: "Beloof je dat je die gaat monteren? "JA"

Daarna mag ik naar de weegbrug. 980 kilo en vervolgens is de keuring om 09.40u klaar.

Als ik weer bij de keurmeester sta is hij de papierwinkel verder aan het invullen maar ook iets aan het nazoeken. Wat blijkt: er zijn nogal wat ontheffingen mogelijk voor de Willys MB.

Ontheffingen  zijn geregeld in het WVR, het Wegen Verkeersreglement. Voor de Willys is ontheffing mogelijk voor; kentekenplaatverlichting, stadslichten, dubbele remlichten, dubbele achterlichten, te dicht op elkaar staande lampen, deugdelijk werkende parkeerrem en nog een paar zaken die ik me nu niet meer herinner. (maar ze zijn op te zoeken in het WVR, vandaar dat ze niet op de website van de RDW staan)  

De keurmeester regelt gelijk ontheffing voor stadslicht en kentekenplaatverlichting wat tzt op mijn kentekenbewijs komt te staan. Daarna feliciteert hij me met de keuring.

In het na-gesprek dat ik nog even met hem heb vertelt hij me dat hij onder de auto heel goed heeft gekeken en heeft kunnen zien dat overal nieuwe onderdelen zitten, dat alles uit elkaar is geweest, dat alles schoon en ingevet is en dat er heel veel zorg aan de restauratie is besteed. Dat hele beeld heeft hem een heel positief gevoel gegeven.

Ik ga juichend naar huis. Is de Jeep nu klaar? John heeft me een tijd geleden al gewaarschuwd: als je denkt dat je klaar bent blijkt dat er toch zaken weer niet kloppen dus maak je borst maar nat.
En inderdaad: het eerste probleem dat ik op wil lossen is de scheve stand. Ik moet iets met de bladveren doen.
Maar nu eerst feest.