5 weekenden muren slopen, witten, schilderen en behangen maar dan heb je ook wat. De bovenverdieping is als nieuw en belangrijker......mijn lief laat me nu met rust :-) waardoor ik weer met de Jeep bezig kan.
Ik begin rustig met een paar kleine klusjes.
Met het trekken van een extra massadraad krijg ik eindelijk de gasmeter aan de praat.
Omdat de bestuurdersstoel er uit is vervang ik ook gelijk de oliedrukmeter voor een nieuwe. Van de oude is de meterplaat met cijfers losgeraakt omdat ik hem te strak had aangedraaid. En liggend onder het dashboard vervang ik de clignoteur regelaar voor een betere met een zwaardere weerstand. Eigenlijk is het dashboard eindelijk klaar ware het niet dat de speedo, een speciale Slat grill replica van Joes Motorpool, stuk is en Staman vooralsnog geen vervanging kan regelen. Maar ik rijd de komende tijd toch niet dus is dat voorlopig niet erg.
De stoel is er uit en daarom start ik met de volgende klus: de stoel zit niet goed in de auto gemonteerd. Hij hoort met een bout aan het achterspatbord vast te zitten. Bij mij scheelt dat bijna 5 centimeter en daardoor zit ik nogal klem tegen het stuur. Ik kan de stoel echter pas verplaatsen als ik de tank laat zakken. Die raakt namelijk de bodem niet. Het scheelt bijna 3 centimeter en dat is veel. Daardoor steekt de messing meet unit van de gasmeter boven de stoelzitting uit waardoor tzt een gat in de bekleding gaat ontstaan. Kortom, belangrijk om te verbeteren.
Ik zie dat de tank klem zit op 1 punt en met een moker tik ik heel voorzichtig de soldeerrand van de tank naar binnen.
Dat helpt want de tank zakt nu 15mm en dat is genoeg om de stoel er goed in te krijgen. Hij zit nu met een bout aan het spatbord vast waardoor ik veel beter in de auto pas. Die 5 centimeter scheelt echt.
Omdat ik goed bij de pedalen kan besluit ik om rubbers rond koppelingspedaal en rempedaal te maken. Datzelfde doe ik ook rond de stuurstang. Die setjes zijn echter nergens te krijgen in rubber zoals het bij een Slat hoort maar enkel in vilt zoals men later in de oorlog gebruikte. Ik maak ze dus zelf van restjes rubber en een oude binnenband.
Als het klaar is staat het best goed. Niemand ziet dat ik het zelf gemaakt heb.
Omdat ik toch lekker bezig ben knip ik ook gelijk een rubber voor onder de afdekplaat van de versnellingsbak. Ik hoop dat daarmee een deel van de resonanties uit de auto over is.
Volgende kleine klus zijn de vleugelmoeren van de koplampen. Dat zijn ingewikkelde haakjes die zeer slim ontworpen zijn. Ze zitten zo in elkaar dat de onderdelen nooit uit elkaar zullen vallen.
Helaas ontdek ik pas na het vernielen van de eerste dat zelfs de vleugelmoer zelf er niet helemaal af kan. Het schroefdraad is aan de bovenzijde dicht gesoldeerd. Dat zie ik pas als ik met een tang de vleugelmoer van nummer 1 kapot heb gedraaid. Waarom zit er geen gebruiksaanwijzing bij?
Maar de tweede zit wel mooi.
Dan, op zekere dag, weer een mijlpaal. Ik heb Chris Kochheim, die me al 3 jaar adviseert en die sinds kort KTR keurmeester is, omgekocht met een Fries suikerbrood en Beerenburg waardoor ik huisbezoek krijg. Met de laptop op de werkbank keurt hij de auto op 125 punten waarvan de eerste cruciaal zijn. Maar ik was er helemaal niet bang voor: motor, chassis, carrosserie en aandrijving zijn allemaal hartstikke origineel dus slaag ik met glans.
De avond eindigt echter in mineur. Het was me al opgevallen dat de garage naar benzine bleef stinken nadat ik de tank leeg had laten lopen met een slang. Als Chris en ik eens goed in de auto kijken ontdekken we dat het onder de tank in de bak nat is. De tank is lek op de plek waar ik met een moker heb getikt. Ik kan wel janken.
De volgende dag bel ik de lasser met de vraag of hij hem kan repareren. Hij stelt me gerust. Het is voor hem een klein klusje. Maar nu de tank er toch uit moet bespreek ik gelijk met hem de mogelijkheid om hem beter passend te maken. Ook dat is geen probleem en eigenlijk wist ik dat ook wel omdat hij ooit van roestvrij staal een compleet nieuwe tank voor de Nekaf heeft gemaakt.
De dag erna haal ik de tank er uit en ontdek dat het eigenlijk helemaal niet erg is dat ik de tank er uit gehaald heb. Niet alleen kan ik nu de bijlhouder op de juiste manier monteren omdat ik er nu eindelijk aan de binnenkant bij kan.......
maar ik ontdek ook dat mijn tankbak al aan het roesten is. Daar schrik ik van want hij zit er nog maar 1 seizoen in en ik heb amper regen gehad.
Ik verwijder de roest, breng een laag Rust O Leum aan en als dat droog is schilder ik de bak niet groen maar ik SOP hem groen. Dat moet echt wel 3 dagen drogen. Geeft niks, alles is beter dan roest.
Dus een tip voor restaurateurs: Monteer de bijlhouder als de tank er nog niet in zit en zet de bak en alles waar je niet meer bij kunt heel erg dik in de verf want het roest al op de folder.
Komend weekend breng ik de tank naar de lasser. Daarna begin ik met de volgende klussen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten