zondag 2 december 2018

Opbouw van de motor. Deel 3

De afgelopen 2 jaar heb ik aan mijn Jeep en aan Ktr een paar hele aardige Jeep-vrienden over gehouden. Mannen die net als ik bezig zijn met het restaureren van een Slat of een andere Jeep. Contact met deze gelijkgestemde zielen is een warm bad. Zij begrijpen het als je met liefde en vuur over een detail praat, over een TR20 boutje of een pakking. Nogal een contrast met de wijze waarop door sommigen binnen Ktr op de mail wordt gecommuniceerd. Nou ja, maakt niet uit. Ik ga toch mijn eigen gang.
Met Jos, zo'n gelijkgestemde ziel, ruil ik 2 bladveren tegen een stroomregelaar kast van Auto Lite en 2 achterlichten. Ik haal de spullen bij hem op en krijg een rondleiding langs 2 Willys die in onderdelen in de schuur liggen. Een daarvan is een Slatje van 24 december 1941 dus nog veel ouder dan die van mij. Jos is vol vertrouwen dat hij die auto rijdend krijgt vóór 6 juni 2019. Ik heb er een hard hoofd in. Ik weet hoe ontzettend veel uren ik in mijn project steek.

Want zondagmiddag ga ik weer de garage in. Ik heb er nu erg veel lol in want alles is nieuw, schoon en past redelijk goed. Het is nu inderdaad net een bouwmodel schaal 1:1.
Ik ga verder met waar ik gebleven was; de stroomverdeler op de juiste manier inbouwen. Ik volg de methode die John me heeft uitgelegd en die redelijk overeen komt met de  korte paragraaf in de manual:
1. de zuigers zodanig zetten dat klep 1 dicht zit terwijl klep 2 start met open gaan. Daarna de krukas nog 1 slag draaien. Op het vliegwiel zit het TC streepje dan op de lijn op de vliegwielcover.
2. de spleet in de as van de oliepomp staat op 10voor4 met de dikke zijde rechts.
3. de stroomverdeler nu monteren met de olienippel op 14.00uur.

Ik hoop bij God dat het zo goed zit want daarna bouw ik de rest van de motor in en kan ik er amper meer bij.


Daarna plaats ik het kleppendeksel inclusief het trapeziumvormige filter aan de binnenzijde van de ontluchting.


Gevolgd door het complete spruitstuk waarvan de klep en het bi-metaal nu prima werken.


Nu kan de carburateur, een vroeg model en daardoor het duurste "nieuwe" onderdeel, geplaatst.




Daarna bestudeer ik langdurig de bijbel van Farley. Er staan verschillende foto's en tekeningen met onderdeelnummers in van de verbinding tussen de metalen buis van het luchtfilter naar het eindstuk dat aan de carburateur vast zit. Van Staman heb ik verschillende onderdelen, voor verschillende versies van de Jeep meegekregen. Volgens Farley moet er een korte, ronde rubberen buis vastgezet worden met een opengewerkte slangklem. Die klem heb ik echter niet in de goede maat dus zet ik hem nu maar vast met een latere slangklem. Dat kan ik altijd nog wijzigen.

Eigenlijk is het wel genoeg voor vandaag. Om alvast wat uit te meten plaats ik losjes de radiator. Die past prima.
Het ziet er helemaal geweldig en als nieuw uit. Jjammer dat het op den duur niet zo blijft. Maar ja, een mens wil rijden.




Het begint nu op een Willys MB motor te lijken. En dat leek niet zo toen ik hem van de boot haalde.



Als allerlaatse (ik kan het niet laten) plaats ik voor de lol even de grill.

(de raar scheefstaande wielen is een vervorming vd foto) 

Nu nog de uitlaat, brandstofleidingen en een paar waterslangen en dan is de motor klaar.

Oh ja, 22 december gaan we een poging doen hem te starten. Ik ben nu al nerveus.
 



  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten